“Het zou mooi zijn als we opener zouden zijn over onze financiën en de uitdagingen die we tegenkomen. Immers: armoede slaat niemand over. Het kan ook je collega treffen of jouzelf.”

Trajectbegeleider Jacqueline

Vandaag is het de Werelddag van het Verzet tegen Armoede. Vijf vragen aan trajectbegeleider Jacqueline. Zij heeft frequent, intensief en persoonlijk contact met mensen voor wie de afstand tot werk groot is. Het doel: de basis versterken zodat er weer perspectief komt.

Hoe heb je te maken met armoede?
‘Als trajectbegeleider help ik mensen het fundament van hun leven te versterken. Voor mij is het een van de eerste dingen waar ik naar vraag. Als je financiën niet op orde zijn is dat een aanslag op je mentale en fysieke welzijn. Het staat groei en ontwikkeling in de weg. Daarin iets veranderen, geeft zoveel lucht. Het geeft weer toekomstperspectief.’

Hoe help je mensen daarbij?
‘Door het gesprek aan te gaan. Armoede kan iedereen treffen. Ik help mensen door te vragen of ze alle regelingen kennen en er gebruik van maken. Vaak weten mensen niet waar ze recht op hebben. Niet iedereen kan goed lezen of is even digivaardig. Als mensen ervoor openstaan, meld ik ze aan voor een oriënterend gesprek bij collega’s van de gemeente of schuldhulpverleners. Vaak is er meer mogelijk dan ze denken.’

Hoe helpt werk?

‘Werk is als een vliegwiel. Zelfs als mensen maar heel weinig overhouden omdat ze in de schuldsanering zitten of vrijwilligerswerk doen, zie ik dat het zorgt voor positieve energie omdat hun eigenwaarde stijgt en ze weer mee kunnen doen.’

Wat zouden we als professionals méér moeten doen?
‘In andere culturen is het heel normaal om over geld te praten. Het zou mooi zijn als we opener zouden zijn over onze financiën en de uitdagingen die we tegenkomen. Immers: armoede slaat niemand over. Het kan ook je collega treffen of jouzelf. Breder kijken naar onze omgeving zou helpen om armoede eerder te zien en tegen te gaan. En hoe eerder iemand hulp krijgt, hoe beter. Om hulp vragen is een kracht.