Inburgering: ‘Mensen zelfredzaam maken begint met een vloeiend proces’

Martin Verduyn, procesmanager
‘Mensen zelfredzaam maken begint met een vloeiend proces waarin alle schakels vroegtijdig betrokken zijn. Samen met ons netwerk bouwen we aan een continuüm van bijeenkomsten. Een goede afstemming is belangrijk om alle thema’s in de juiste context en fase op een talige manier aan te kunnen bieden. Tot nu toe was het zo dat mensen de verplichte 800 uur taalles en 800 uur participatie separaat volgden. Idealiter is dit een integraal aanbod. Samen met COA, Vluchtelingenwerk, CVVE, Girl Movement, procesregisseurs, beleidsmakers, trainers, leerwerkplekken en andere partners uit het sociaal domein zetten we in op een complementair programma. Ook jobhunters en werkgevers hebben hierin een belangrijke rol.’

Judith de Heus, projectleider Inburgering
‘Meedoen begint al in het AZC. Daar kunnen asielzoekers zich melden bij een meedoenbalie. Werkkracht onderzoekt op dit moment met het COA hoe wij daar in het AZC kunnen aansluiten. Hoe kunnen we de vragen die mensen hebben over werken en meedoen daarbij ondersteunen. Heeft iemand baat een training, de sollicitatieclub of een leerwerktraject? Hoe eerder mensen die daadwerkelijk in Ede gaan wonen bij ons in beeld zijn, hoe effectiever de overstap naar een inburgeringstraject.

‘Samen met partners ontwikkelen we een aanbod waarin we ‘buiten naar binnen halen’. Deze doelgroep heeft behoefte aan ondersteuning op de zaken die ze werkelijk in het leven tegenkomen. Denk aan: het voeren van een gesprek met de juf, de verhuurder of iemand van het consultatiebureau. In programma doorloopt de inburgeraar een drietal fases waarin programmaonderdelen worden verbonden aan de ontwikkelingsbehoefte. Die verschilt namelijk per inburgeraar. Een alleenstaande jonge man kent een andere ontwikkeling dan een vader van vijf opgroeiende kinderen. Maatwerk en een nauw aansluitend netwerk zijn daarom essentieel. In het eerste jaar volgt de deelnemer activiteiten gericht op wennen, daarna komen versterken en werken aan bod. Ons doel: zorgen voor een zelfredzame nieuwe Edenaar. ’

Woutine van Beek, NT2-docent en ontwikkelaar taal in de praktijk  

‘Het komt vaak voor dat inburgeraars tijdens bijeenkomsten worden overladen met informatie over “zo doen we dat hier”. En in de taallessen leren ze basiswoorden-en zinnen. En daar houdt het dan op. Wij willen in dit project de brug slaan tussen de twee. Inburgeraars begeleiden in de praktijk, het samen gaan dóén, waardoor ze actief leren, zowel de taal als hoe het allemaal werkt in Nederland. Dan worden mensen echt zelfredzaam.

‘Als NT2 docent en als trainer/adviseur Nederlandse taal breng ik de taal uit de schoolbanken tot leven. Dit doe ik door zo veel mogelijk realistische scenario’s te oefenen met inburgeraars die een traject bij Werkkracht volgen. Denk aan het oefenen van het voeren van gesprekken met de gemeente, contact met de buren, een afspraak bij de huisarts… Bij al deze situaties komen deelnemers taal tegen. En die uitdagingen gaan we aan.’

Om voldoende kennis van de Nederlandse taal en van de samenleving te krijgen, moeten statushouders een inburgeringstraject volgen. Er drie leerroutes waarmee inburgeraars aan hun inburgeringsplicht kunnen voldoen: de B1-route, de Onderwijsroute en de Zelfredzaamheidsroute.

Leerroutes inburgering

B1-route
De B1-route bereidt voor op betaald werk of vrijwilligerswerk in Nederland. Het traject wordt afgesloten met taalexamens en een kennisexamen.

Onderwijsroute
De Onderwijsroute is vooral voor jongeren. Deze route bereidt voor op een opleiding aan mbo, hbo of universiteit. Het traject wordt afgesloten met taalexamens en een kennisexamen.

Zelfredzaamheidsroute
De Zelfredzaamheidsroute (Z-route) is voor inburgeraars waarvoor de B1-route of de onderwijsroute te moeilijk is. In deze route volgen de inburgeraars 800 uur taalles en ze moeten 800 participatie-uren maken. De Z-route wordt afgesloten met een gesprek bij de gemeente.