‘Ze is in de 60, ze is klein, slank op het magere af en heeft duidelijk werk gemaak van haar uiterlijk.’ 

Heleen studeerde psychologie. Ze werkt als intaker bij Werkkracht. In deze column deelt ze wat ze ziet en meemaakt. Echte mensen, echte (geanonimiseerde) verhalen.

Verhalen uit de praktijk

Een bijstandsuitkering aanvragen doe je niet voor je plezier. Wat zit er achter deze vraag? Als intaker bij Werkkracht kijkt Heleen wat mensen nodig hebben om weer mee te doen of te gaan werken. Echte verhalen, echte mensen. Soms rauw, soms moeilijk, soms indrukwekkend. In haar columns neemt ze je mee. Deel 5: Ze is in de 60.

Ze is in de 60, ze is klein, slank op het magere af en heeft duidelijk werk gemaakt van haar uiterlijk. Haar lange haren opgestoken, rode lippenstift en subtiele oogmake-up. Al deze inspanningen kunnen echter niet verhullen dat ze een slecht onderhouden gebit heeft en erg vermoeid is. Ze geeft mij een verrassend stevige handdruk, bedankt voor de koffie die ik voor haar neerzet, gaat zitten en… begint te huilen.

Ik hoef niet eens iets te vragen, want tussen haar tranen door begint ze vanzelf met vertellen. Ik wil haar niet onderbreken en laat haar haar verhaal maar even doen. Ze vertelt over een kennis waar ze jarenlang intensieve mantelzorg aan heeft verleend. Door haar ervaring als zzp’er in de zorg, kon ze de hulp bieden die hij dringend nodig had. Ze zag hem langzaam aftakelen en er was niemand die haar taken kon overnemen. Zo raakte ze steeds verder in haar zorgrol verstrikt en werkte ze meer dan ze aankon. Nu deze kennis overleden is, lijkt het wel alsof alle vermoeidheid die zich al die jaren heeft opgestapeld er in een keer uitkomt. Ze kan niet meer.

Ik vraag haar of ze al hulp heeft gezocht voor haar klachten, waarvan ze zelf zegt dat het een burn-out moet zijn. Ze schudt haar hoofd en ze geeft aan dat ze nooit om hulp of zorg vraagt. “Ik ga liever gewoon door. Ik vind het vreselijk dat ik nu hier mijn hand moet komen ophalen!”, zegt ze. “Ik heb altijd gewerkt en heb de afgelopen maanden geleefd van het beetje spaargeld dat ik had, maar ik red het niet langer”. Het zorgen voor anderen gaf haar voldoening, waardering en afleiding. Ze heeft geen hobby’s, want daar heeft ze nooit tijd voor gehad (of gemaakt). Nu ze zelf zorg nodig heeft ziet ze dat als een afgang. Ze schaamt zich, maar zo lang ze zelf geen hulp accepteert, komt deze dame geen stap verder.

Het voordeel van de bodem van de put aanraken is dat er geen mogelijkheid meer is om je kop in het zand te steken. Inwendig juich ik als ze uiteindelijk toegeeft dat het toch wel goed is om een afspraak bij de huisarts en de tandarts te maken. Daarnaast besluiten we haar aan te melden voor een training die haar laat ontdekken hoe ze haar zorgzame aard kan behouden, zonder haar eigen grenzen te negeren. Eerst een pas op de plaats om straks weer op een gepast tempo verder te gaan, beter laat dan nooit!